2 september 2011

Gehaktdag



Enkele weken geleden publiceerde Marcel Pheijffer een nieuwe blauwdruk voor de accountancy in FD outlook. Marcel heeft veel reacties gekregen, maar in het FD liet Marcel weten dat nog niemand zijn ideeën gefileerd had. Kijk, dat is natuurlijk weer een uitdaging die we niet uit de weg willen gaan. Dus, we slijpen de messen en zullen het plan van Marcel eens fileren; het is gehaktdag.

Mocht u nu misschien denken ‘Er is iets mis tussen Marcel en Fouk’, dan is dat zeker niet waar. Marcel en ik kunnen heel goed met elkaar opschieten en ik denk dat wij beiden graag de boel op scherp zetten. Maar over de oplossingen mogen we van mening verschillen, dat slijpt de geesten en zorgt misschien voor nog betere oplossingen. En laat ik duidelijk zijn: ik ben geen voorstander van alles bij het oude laten. De crisis en de rol van de accountant daarin heeft een aantal zaken op scherp gezet en dat is geen wind die wel weer overwaait. Het is tijd voor wat ingrijpende veranderingen in het beroep, want anders is het beroep inderdaad klinisch dood, zoals Marcel terecht aangeeft.

Marcel gaat in zijn verhaal terug naar de kern van ons beroep: ‘de controlerend accountant dient zekerheid te verschaffen over de financiële verantwoording van diegene die wordt gecontroleerd’. Volgens Marcel wordt deze heldere taak echter vertroebeld door het feit dat de accountant tevens betaald wordt door de gecontroleerde. De accountant heeft de schijn tegen, hoeveel onafhankelijkheidsregels we ook bedenken. En volgens Marcel is dit de weeffout in de opzet van het accountantsberoep, waar hij ook in zijn blauwdruk de oplossing voor wil vinden.

Stilte in het oog van de storm
Ik snap Marcels gedachtegang, maar toch wil ik hier graag iets tegenin brengen. Is het echt zo dat het probleem het feit is dat de accountant betaald wordt door de gecontroleerde? Sinds het ontstaan van de accountancy, in Nederland na de Pincoffs-affaire, wordt de accountant betaald door de gecontroleerde. En jarenlang heeft niemand daarvan een probleem gemaakt. Er werd niet getwijfeld aan de deskundigheid van de accountant. Maar aan het einde van de vorige eeuw kwam daar ineens verandering in; de wereld werd sneller en complexer. En onze maatschappij veranderde van een high trust society in een low trust society. De accountant ontwikkelde zich niet mee, men nam consultants in dienst om ondernemingen te helpen met de steeds complexer wordende vraagstukken. Dit was lucratief, zelfs zo lucratief dat men bereid was om de accountancydienstverlening te gebruiken als breekijzer om binnen te komen bij klanten. En ondanks de steeds complexer wordende wereld werden de accountantsdiensten steeds goedkoper aangeboden. Toen recentelijk de accountsvergoeding in de jaarrekening moest worden toegelicht, is er nog een ordinaire prijzenslag geweest tussen de grote kantoren. En – misschien nog wel erger – de innovatie in het beroep kwam ook tot stilstand. IT auditing werd uitbesteed aan IT auditors en de accountants bleven rustig om de computer heen controleren. De accountantsverklaring werd steeds langer, alleen de inhoud nam steeds meer af om maar vooral binnen de begroting te kunnen blijven. En toen kwam de crisis, die we eerst nog met wollig vakjargon probeerden te pareren. Optredens van accountants voor enquêtecommissies, die niet zouden misstaan in een blooperprogramma. En dan krijg je vanzelf de situatie waarin wij vandaag de dag verkeren.

Gecontroleerde betaalt nog steeds de controleur

Terug naar Marcel. Zijn oplossing voor het probleem is de afschaffing van de wettelijke controle en aan de markt overlaten of er behoefte is aan accountantscontrole. De markt krijgt dan geen opdrachten meer toegeworpen, maar zal ze moeten verdienen. Volgens Marcel moeten de kantoren zich dan gaan onderscheiden op kwaliteit en toegevoegde waarde. Er is volgens hem zelfs een zeer mooie markt voor specifieke geformuleerde opdrachten, toegesneden op een specifieke vraagstelling van een opdrachtgever. Maar Marcel, nu mag de klant betalen en ook nog eens gaan bepalen wat de inhoud van de controle is. Hoe verhoudt zich dat tot de kern van ons beroep? In Marcels perceptie ontstaat er door marktwerking een nieuw mooi beroep. Maar een klant die zegt: ‘Ik wil de allerbeste controle die er is en ben bereid om daar flink voor te betalen’, Marcel, daar geloof ik helemaal niets van. Nog belangrijker: je hebt niets, maar dan ook helemaal niets, gedaan aan datgene wat volgens jou de basis was van alle ellende: het feit dat de gecontroleerde de controleur betaalt.

Verschuiving focus van prijs naar kwaliteit
Volgens mij kan het eenvoudiger en slimmer. Het opheffen van de wettelijke controleplicht is volgens mij niet de oplossing, mijn inziens zou dit het definitieve einde van het accountantsberoep beteken. Maar voor mijn oplossing moeten we binnen het beroep – maar ook maatschappelijk – erkennen dat een goede controle nu eenmaal een prijs heeft die duidelijk boven de huidige prijs ligt. En de controle mag niet meer worden gebruikt als breekijzer om adviesdiensten binnen te fietsen. Ben ik dan voor een audit only-aanpak waarbij accountants geen adviesdiensten meer mogen doen? Nee, ik ben er juist een voorstander van dat accountants ook adviseurs in dienst houden. Dat zorgt voor een gezonde kruisbestuiving en ook voor innovatie in het beroep, maar dat mag niet ten koste gaan van de accountancyrekening. Hoe lossen we dan het probleem op van de betalende gecontroleerde? Heel eenvoudig, dit wordt een taak van de AFM. Bij wisseling van accountant controleren zij of de door de kantoren uitgebrachte offertes kwaliteitsconform zijn. Anders gezegd, dat gezien de complexiteit van de organisatie de accountantskosten hiermee in lijn liggen. Accountants hoeven zich dan niet meer te focussen op de prijs; ze hoeven zich alleen nog maar te richten op de kwaliteit. Er zal ook innovatie in het beroep ontstaan, want de kwaliteitseisen zullen wel worden geformuleerd op basis van de huidige stand van de techniek en een controle om het geautomatiseerde systeem heen kan al helemaal niet meer. Het zal ook voor een deel de PE-problematiek oplossen, omdat bij de kwaliteitstoetsing door de AFM het controleteam en de gecontroleerde accountant natuurlijk scherp worden beoordeeld. Een zwak verhaal rondom de PE-verplichting past daar natuurlijk niet bij.

Tot slot lost dit mogelijk een probleem op dat Marcel signaleert. Namelijk dat de markt maar beheerst wordt door een relatief klein aantal spelers: de Big Four plus een handjevol andere kantoren. En zolang in de bestuurskamers de gedachte leeft dat er nog nooit iemand is ontslagen omdat hij voor een Big Four-kantoor heeft gekozen, zal dat wel zo blijven. Maar de AFM toetst natuurlijk ook de keuze van het bedrijf en – zoals eerder gesteld – zal die keuze gebaseerd moeten zijn op kennis en kwaliteit. Dus zullen gespecialiseerde kantoren zich kunnen onderscheiden ten opzichte van de massa van de grote spelers.

Aan de slag
Een alternatief voor het plan van Marcel. Ik denk ook dat menigeen in de accountancy hier ook wel een nachtje over moet slapen. Maar het is 5 voor 12 en de patiënt ligt er niet al te best bij.
Maar laten we niet vergeten dat ons beroep is ontstaan na een crisis, die ervoor zorgde dat mensen geen geloof meer hadden in financiële verantwoordingen. Laten we met elkaar in discussie gaan hoe wij ons mooie beroep nog mooier kunnen maken. Dat kan alleen door verschillende blauwdrukken op tafel te leggen en niet bang te zijn om te veranderen. Na veel ontmoetingen met tuacc’ers en andere hervormingsgezinde accountants heb ik er nog steeds vertrouwen in dat het best goed komt met ons mooie beroep.