18 februari 2010

Waarom accountants wel moeten raten


Op accountant.nl reageert Albert Fieret op het interview met Peter Knuvers van de Rabobank en mijn artikel in Accountancynieuws, nummer 3. De stelling van Albert is dat accountants niet moeten gaan raten, omdat banken en accountants dat doen vanuit een heel ander gezichtspunt. En daarnaast wil hij SBR niet met rating verwarren. Jullie snappen het al; ik ben het niet met Albert eens.

Kijken we naar de gebruikers van de jaarrekening, dan zijn dat naast de cliënt over het algemeen de bank en in iets mindere mate de Belastingdienst. Daarnaast is er dan nog iets als het maatschappelijk verkeer. Maar ik denk dat ik met de eerste drie toch de echte gebruikers te pakken heb.

De bank gebruikt dus (delen van) de jaarrekening om jaarlijks zijn rating mee te bepalen. Natuurlijk kijken zij anders naar een jaarrekening. Naast de jaarrekening gaan we natuurlijk ook wel eens naar de bank met een prognose, om bijvoorbeeld een nieuwe financiering aan te vragen of te herfinancieren. Tot nu toe deed iedereen dat op zijn eigen manier. De jaarrekening was nog enigszins gestructureerd, maar zeker een prognose werd door iedereen toch een beetje naar eigen inzicht gemaakt.

Met SBR is dat verdwenen, want de kredietrapportage is nu gestandaardiseerd en kan dus makkelijk door de bank worden ingelezen in de black box die daar een rating uitspuugt. Daar zit nu ook een beetje mijn probleem, want een gemiddelde accountmanager bij een bank weet helemaal niet wat er in die black box gebeurt. Hij krijgt alleen de uitkomsten in de vorm van een rating. En met die rating komt hij terug bij de klant en de accountant.

Dan kunnen we natuurlijk als accountants zeggen ‘Dat is toch fijn, dat die bank tegenwoordig de klant weer centraal zet, voor mij die rating uitrekent en dan met een financieringsvoorstel komt’. Maar waarom zou een accountant niet zelfstandig een rating mogen opstellen, als advies richting zijn klant? Of bijvoorbeeld als hij een herstructurering wenst te doen, even kijken of dat nog invloed heeft op zijn kredietrating. Kortom, een goede accountant die zijn klant wil adviseren, wil weten wat er in die black box ongeveer gebeurt. Dat maakt onderdeel uit van zijn adviesfunctie.

In Duitsland doen accountants dat al lang, zij hebben daar een speciale opleiding voor gevolgd en de ratings van de accountants worden daar door de banken (ook de Duitse dochters van Nederlandse banken) gebruikt als deelrating in hun eigen ratingverhaal. Dat is toegestaan volgens Basel II. En ik weet ook wel dat het bankenlandschap er in Duitsland heel anders uit ziet dan in Nederland, maar overtuig mij maar eens waarom het dan niet zou kunnen.
Een ander argument om wel te gaan raten, is dat bankiers nu eindelijk dezelfde taal gaan praten. Banken snappen niets van ons verklaringenstelsel, in het bijzonder de samenstelverklaring. Waarom gaan we dan niet dezelfde (rating)taal met elkaar spreken, zodat we elkaar begrijpen? Recent sprak ik samen met een groep accountants die inmiddels iets wisten van rating, met een aantal bankiers. Ik merkte toen dat die gesprekken met hen een stuk soepeler liepen.

Tot slot zijn de banken ook bang. Bang dat wij met onze ratings natuurlijk een leuke marktplaats gaan opzetten waar banken en andere financiers mogen bieden op de kredieten die wij in de aanbieding hebben. Maar bankiers moeten beseffen dat de wereld veranderd is, sommigen roepen dan hard dat ze gaan boekhouden, maar daar ben ik niet zo bang voor.

Maar laten we vooral kijken naar samenwerken. Ik denk dat we allemaal in het belang van de klant denken als we hem vooral het goede krediet weten te geven tegen de juiste voorwaarden. Ik ben niet bang dat accountants gaan sjoemelen voor een beter krediet. Ook de accountmanager van de bank zegt vaak ‘Kan ik niet nog wat zekerheden krijgen? Dan kan ik je een lager tarief aanbieden.’
Dat is het commerciële spel.

1 opmerking:

Willem D. Okkerse MBA zei

Dan resteert nog altijd de cruciale vraag inzake de kwaliteit van die ratings. Het blijkt dat banken noch accountants daartoe in staat zijn om een kwalitatieve rating te geven. Immers, als banken het wel zouden kunnen, dan zouden ze toch een goed beleggingsresultaat kunnen bereiken ?

De OK-Score rating levert sinds 2003 ratings aan het bedrijfsleven EN de accountants - ten bewijze van de kwaliteit ervan wordt er een openbare beleggingsportfolio op de AEX gevoerd waarmee de "OK" en de NIET OK (NOK) bedrijven van elkaar worden gescheiden.
Aangezien de OK-beleggingen intussen 128% MEER rendement op leveren dan de index zelf, kan worden geconcludeerd dat de kwaliteit daarvan onberispelijk is.
Sterker : geen enkele rating organisatie ter wereld durft zijn kwaliteit op die manier in het openbaar te laten toetsen.

Real Gold is never afraid of the melting pot, memoreerde ik in mijn proefschrift dat ten grondslag lag aan de OK-Score.

Elke rating organisatie zou verplicht moeten worden zijn kwaliteit op die manier "auf den Prüfstand zu legen".

W.D. Okkerse
CEO OK-Rating Institute