2 september 2010
Hand in eigen boezem
Eigenlijk wilde ik de titel kiezen ‘Een kat in nood maakt rare sprongen’, daarmee doelend op de AFM die gisteren met haar rapport wel heel hard tekeer ging tegen het accountantsberoep. ‘Wie is dan de kat?’ denkt u. Niet de accountants, maar de AFM. De toezichthouders – DNB en AFM – stonden het afgelopen jaar in de schijnwerpers door hun falen in een aantal recente cases. Vorige week was het al raak met de DNB die wel heel ongefundeerd een veeg uit de pan gaf aan het accountantsberoep. Het was dus wel te verwachten dat ook de AFM snel met een afrekening voor de accountants zou komen. De AFM kondigde zelfs aan om ferme maatregelen te nemen; een gang naar de tuchtrechter zou zelfs tot de mogelijkheden horen. Ik denk dat de AFM dan maar de daad bij het woord moet voegen en dit daadwerkelijk moet doen. Ik ben bang dat echte maatregelen uitblijven, omdat het spreekwoord ‘blaffende honden bijten niet’ opgaat.
Maar we moeten ook wel een beetje de hand in eigen boezem steken. Immers, het spreekwoord luidt: ‘Waar rook is, is vuur’. De kritiek die de AFM plaatst, is niet mals. Meest erg vind ik persoonlijk de constatering dat er partners zijn die te weinig aandacht besteden aan hun klanten. Volgens het rapport heeft er met deze personen een normoverdragend gesprek plaatsgevonden. Ik zou zeggen: ‘Deze mensen zijn helaas niet meer geschikt voor het beroep’. ‘Een harde conclusie’ vindt u misschien. Maar na het aannemen van de WTA werd wel duidelijk dat de goede oude tijd voorbij is en dat er juist van partners weer extra inspanningen worden gevergd rondom de controle. Dat betekent dus een actieve bemoeienis met het controledossier. Dat gaat verder dan het afvinken van het rapport. Dat betekent dat je als partner sterk betrokken bent bij het opstellen van het controleplan en het bepalen van de risico’s. Maar het betekent ook dat je er zorg voor draagt dat je assistenten wel degelijk snappen welke risico’s van belang zijn binnen de controle. Waarbij je ook aangeeft hoe je wilt dat deze risico’s gemitigeerd worden.
Dus we moeten ook de hand in eigen boezem steken. En laten we er nu ook voor waken dat de kleinere kantoren gaan roepen ‘Dat gebeurt alleen bij de grote kantoren, wij doen het veel beter!’ Dit is niet alleen strijdig met onze beroepsregels, het is ook niet waar. Ook bij de kleinere kantoren worden er fouten gemaakt, we zijn immers allemaal mensen. Het mooie is wel dat we kunnen leren van onze fouten.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten