Vandaag spreek ik op de SRA kleinekantorendag over een nieuw benchmarkinitiatief van de SRA. Maar ik kan het natuurlijk niet laten om daar de recente ontwikkeling in de accountancy bij te betrekken. Eindelijk kon GT van de week bekendmaken dat ze een substantieel kantoor hadden overgenomen. De nummer 14 en nummer 30 in de accountancy gaan samen en worden dan de nieuwe nummer 10. Dat scheelt maar 4 plaatsen en daarvoor moet GT dus een kantoor overnemen met 18 miljoen. Maar de ambitie van GT was om te verdubbelen, dus de komende tijd kunnen kantoren die zich bevinden tussen plek 15 en 30 een bezoekje van de GT-bestuurder verwachten. En het wordt spannend, want ook Berk heeft groeiambities kenbaar gemaakt. En bij al deze overnames lees ik weer hetzelfde: het gat tussen de Big Four en de subtop is te groot, de automatisering is te duur en men wil een strategische positie voor de War on Talent. Toch heb ik steeds weer (het is zeker niet de eerste keer dat ik dit schrijf) mijn bedenkingen bij deze opmerkingen. Laat ik met de eerste beginnen. Ja, het is van velen de wens dat er een nieuwe grote speler gaat ontstaan naast de Big Four-kantoren. Maar de verschillen zijn zo enorm groot dat het de vraag is of deze afstand door een van de huidige spelers overbrugbaar is. Mijns inziens komt de nieuwe internationale nummer 5 niet uit Europa of de Verenigde Staten maar uit China. De Chinese overheid heeft een aantal grote Chinese accountantskantoren de opdracht gegeven om zich de komende jaren verder internationaal te ontwikkelen om zodoende de Chinese groei te kunnen blijven ondersteunen. Degenen die hier een beetje lacherig op reageren raad ik aan om de NRC van afgelopen zaterdag nog eens goed te lezen. Het hele katern wetenschap gaat over de kennisinhaalslag waar China mee bezig is en vele tientallen miljarden in stopt.
Dan kom ik weer op de altijd in fusieberichten en ook door banken genoemde hoge automatiseringslasten. Ik heb al eens eerder geschreven dat hoe groter de organisatie is, des te complexer dit de ICT maakt. Daarnaast maken alle accountantskantoren gebruik van standaardsoftware en de softwareleveranciers hebben inmiddels veelal een named license fee; dat wil zeggen dat je per individuele medewerker moet afrekenen. Er zijn maar weinig accountantskantoren die zelf software ontwikkelen en dan zou het delen van kosten wel een usance zijn. Tot slot zitten we nog maar aan het begin van het SAAS- (Software as a Service) tijdperk dat complexe ICT relatief goedkoop bereikbaar maakt voor ook de kleinere organisaties.
En dan is er natuurlijk de uitdaging van de War on Talent. Hoewel de oorlogsdreiging op dit ogenblik verder weg lijkt dan ooit tevoren. De top-30 accountantskantoren verloor het afgelopen jaar ongeveer 5,5% van haar personeelsbestand. En in het FD van enkele weken geleden stond een omgekeerde personeelsadvertentie waarin een Registeraccountant met 14 jaar ervaring bij de Big Four zich aanbood. Op veel hogescholen waar ik de laatste tijd contact mee heb begrijp ik dat het nog steeds erg moeilijk is voor studenten om een stageplek te krijgen. Maar we moeten vooruit kijken, en ja, met het vertrek van de babyboomers zal de vraag naar nieuwe accountants toenemen. Maar met de vervanging van de babyboomers in de top zal er mijns inziens ook een inhaalslag moeten worden gemaakt met automatisering en effiency en we zullen de komende jaren in de accountancy hetzelfde werk gewoon gaan doen met minder en ik denk ook met andere mensen.
Onder al dat fusiegeweld ontstaat ook wel de vraag of er nog wel toekomst is voor het kleinere accountantskantoor? Ik denk van wel, mits dit kantoor bereid is de actualiteit te volgen en sneller op marktkansen reageert dan de grote kantoren. Ga met softwareleveranciers en andere dienstverleners aan accountantskantoren praten en ze geven allemaal aan dat de accountancy een van de langste besluitvormingstrajecten kent van alle ondernemingen. Dat komt doordat veel accountantskantoren mijns inziens nog steeds een geschiedenis van een vennotenstructuur kennen, waarbij vaak nog steeds de gedachte bestaat dat iedere zichzelf respecterende vennoot ook aan het roer moet staan. Kleine kantoren kunnen – mits ze beschikken over een heldere visie en/of strategie – natuurlijk veel sneller beslissen. Ook implementatietrajecten kunnen veel korter zijn. Van belang is dat er binnen de kleinere kantoren binnen het management consensus is over de kant die ze op willen gaan.
Heeft er dan niemand profijt van de fusie van accountantskantoren? Jawel, er zitten wat penningmeesters van middenmoters van de eredivisie hoopvol te wachten bij de telefoon op een nieuwe shirtsponsor.
Dan kom ik weer op de altijd in fusieberichten en ook door banken genoemde hoge automatiseringslasten. Ik heb al eens eerder geschreven dat hoe groter de organisatie is, des te complexer dit de ICT maakt. Daarnaast maken alle accountantskantoren gebruik van standaardsoftware en de softwareleveranciers hebben inmiddels veelal een named license fee; dat wil zeggen dat je per individuele medewerker moet afrekenen. Er zijn maar weinig accountantskantoren die zelf software ontwikkelen en dan zou het delen van kosten wel een usance zijn. Tot slot zitten we nog maar aan het begin van het SAAS- (Software as a Service) tijdperk dat complexe ICT relatief goedkoop bereikbaar maakt voor ook de kleinere organisaties.
En dan is er natuurlijk de uitdaging van de War on Talent. Hoewel de oorlogsdreiging op dit ogenblik verder weg lijkt dan ooit tevoren. De top-30 accountantskantoren verloor het afgelopen jaar ongeveer 5,5% van haar personeelsbestand. En in het FD van enkele weken geleden stond een omgekeerde personeelsadvertentie waarin een Registeraccountant met 14 jaar ervaring bij de Big Four zich aanbood. Op veel hogescholen waar ik de laatste tijd contact mee heb begrijp ik dat het nog steeds erg moeilijk is voor studenten om een stageplek te krijgen. Maar we moeten vooruit kijken, en ja, met het vertrek van de babyboomers zal de vraag naar nieuwe accountants toenemen. Maar met de vervanging van de babyboomers in de top zal er mijns inziens ook een inhaalslag moeten worden gemaakt met automatisering en effiency en we zullen de komende jaren in de accountancy hetzelfde werk gewoon gaan doen met minder en ik denk ook met andere mensen.
Onder al dat fusiegeweld ontstaat ook wel de vraag of er nog wel toekomst is voor het kleinere accountantskantoor? Ik denk van wel, mits dit kantoor bereid is de actualiteit te volgen en sneller op marktkansen reageert dan de grote kantoren. Ga met softwareleveranciers en andere dienstverleners aan accountantskantoren praten en ze geven allemaal aan dat de accountancy een van de langste besluitvormingstrajecten kent van alle ondernemingen. Dat komt doordat veel accountantskantoren mijns inziens nog steeds een geschiedenis van een vennotenstructuur kennen, waarbij vaak nog steeds de gedachte bestaat dat iedere zichzelf respecterende vennoot ook aan het roer moet staan. Kleine kantoren kunnen – mits ze beschikken over een heldere visie en/of strategie – natuurlijk veel sneller beslissen. Ook implementatietrajecten kunnen veel korter zijn. Van belang is dat er binnen de kleinere kantoren binnen het management consensus is over de kant die ze op willen gaan.
Heeft er dan niemand profijt van de fusie van accountantskantoren? Jawel, er zitten wat penningmeesters van middenmoters van de eredivisie hoopvol te wachten bij de telefoon op een nieuwe shirtsponsor.
2 opmerkingen:
Mooie blog Fouk. Die lange besluitvormingsprocessen bij accountantskantoren geven nieuwe toetreders heel veel kansen. Daarbij valt het mij op dat deze toetreders op veel enthousiasme kunnen rekenen van overheden en belangenorganisaties en softwareleveranciers. En voor al die lezers die denken dat ik het dan heb over de MKB-kredietcoach, nee er zijn initiatieven die nog veel dieper ingrijpen in de huidige marktmechanismen. In ieder geval hebben de kleine kantoren een belangrijk momentum gemist om subsidie te krijgen voor een gezamenlijk iniatief. Op 17 januari sloot het IPC-traject bij Agentschap.NL een initiatief om brancheoverstijgende innovatie te stimuleren. Kortom kleine accountantskantoren zouden er goed aan doen om veel meer met elkaar te gaan samenwerken.
Fouk, het punt is dat zowel big als small beutyfull kan zijn. Sterker, ook allerlei varianten in grootte daar tussenin kunnen heel verdienstelijk en dus verdedigbaar zijn. De eerste vraag die door elke organisatie beantwoord moet worden is: op welke doelgroep richt ik mij. Vervolgens kan het daarop afgestemde dienstenaanbod worden afgestemd. Een element daarbij is het vestigingsplaatsbeleid. Een ander voor accountantskantoren belangrijk element is het te maken onderscheid tussen diensten die meer als proces zijn te organiseren en waarbij door (vergaande) automatisering efficiencyvoordelen zijn te behalen (juist door schaalgrootte) en de diensten die op projectbasis moeten worden uitgevoerd (de advisering). Mijns inziens willen de kantoren deze twee 'takken van sport' nog steeds te veel combineren, waardoor organisaties - eigenlijk voor iedereen - te onduidelijk blijven.
Kortom. Er kunnen voor zowel het vergroten van organisaties als voor het klein(er) houden van organisaties legitieme argumenten worden aangevoerd. Het belangrijkste blijft dat de juiste consequenties worden verbonden aan de gemaakte keuze.
(overigens behoeven wij [jij, Jan en ik] elkaar niet te overtuigen ter zake, lijkt mij)
Een reactie posten